maandag 23 februari 2015

e-books

Kans of bedreiging, dat e-book? Beide denk ik. Als het paradigma is: er zijn e-books, dus 'echte boeken' zijn overbodig, dan is dat bedreigend. Een bedreiging die voortspruit uit denkluiheid. Maar als we goed en afgewogen kijken naar het aanbod, kijken naar waar je een boek of e-book voor gaat gebruiken en vervolgens een weloverwogen besluit nemen, bijvoorbeeld ten faveure van een e-book, dan is daar niets mis mee. Als ik bijvoorbeeld naar elektronische tijdschriften kijk ( nu ja, geen boek dus, maar toch...), dan hebben deze voor wetenschappelijke tijdschriften een duidelijke meerwaarde. De zoekoptie (gekoppeld met databanken) is hier veel beter dan een vaak losse index per jaar. Zo nu en dan komen/kwamen er dan wel cumulatieve indexen uit, maar het bleef/blijft behelpen. Nee, dan de elektronische zoekmogelijkheden: een nieuwe wereld gaat/ging voor gebruikers open. Niet dat die zoekopties altijd ideaal zijn, bij sommige databanken soms wat cru (ik noem geen namen ;) ), maar vaak levert het veel tijdwinst op in vergelijking met het grasduinen in indexen of rijen met bibliografieën.
Nu terug naar de eigenlijke e-books. We hebben een behoorlijk mooie collectie bij de Fontys Academy of Creative Industries verzameld. Voor een belangrijk deel is het van één uitgever (Boom), maar het is voor de meeste boeken een actuele collectie en ze worden veel gebruikt, zo heb ik uit statistieken opgemaakt. Ik moet zeggen dat ik daar wel een beetje trots op ben. Maar geen reden om op de lauweren te gaan zitten. Want hoe gaan we om met verrijkte e-books en in welke situatie zijn deze nuttig? En hoe kunnen we e-books niet alleen netjes in een e-library zetten, maar ook op de goede plek in een digitale leer- en werkomgeving. Enkele vragen slechts, maar zelfs deze leveren genoeg stof op om mee aan de slag te gaan.
Buiten deze e-library is er al jaren het project Gutenberg. Van heel veel (oudere) boeken is hier een e-book versie te vinden. In e-pub-formaat, in Kindle-formaat, in html-versie,  maar ook als (ouderwets, maar gemakkelijk aan te passen) txt-bestand.  Wat mij betreft: 'still going strong'.
Sinds enkele jaren hebben we in Nederland de Digitale Bibliotheek voor de Nederlandse letteren. Dat is niet per se de opvolger van het aloude Laurens Janszoon Coster-Project ( dat overigens niet ter ziele is, maar kennelijk niet meer actief wordt vernieuwd). De DBNL is veel uitgebreider en ambitieuzer. Qua inhoudelijke rijkdom een echte schatkamer en dat is wat een bibliotheek hoort te zijn. Het behelst werken van Nederlandstalige letterkunde, maar ook werken over taalkunde en ook werken die buiten de eigenlijke taal- en letterkunde vallen: monumenten, geschiedenis, natuur, wetenschap... Een goudmijn dus, waar ik heel enthousiast over kan worden. Maar de zoekmogelijkheden zijn nogal pover. Maar aan dat laatste wordt gewerkt, heb ik begrepen. Een leuke recente optie is bijvoorbeeld de Ngram Viewer. Hiermee kan van een bepaalde term een chronologisch overzicht worden opgeroepen van het gebruik in de geschiedenis. Enige voorzichtigheid is ook hier op zijn plaat, want een testje met het woord 'computer' leverde bij mij treffers op uit b.v. de zestiende eeuw. Dat klopte, want in de toelichting bij teksten werd verwezen naar het gebruik van computers. Net als Gutenberg kan een gebruiker boeken downloaden uit de bibliotheek en op e-bookreader, tablet of computer te lezen.
En nu dan die gedownloade bestanden. Is dat prettig in de omgang. Nee, het ruikt niet als een nieuw boek of als een echt oud boek en het voelt anders. Maar het gevoel is dan wel anders, maar op zijn manier net zo fascinerend. Ik noemde daarnet de zoek-mogelijkeid van elektronische tijdschriften; dat is ook hier aanwezig. Het zoeken op woorden binnen een tekst is niet van het hoge niveau als bij  een goede databank, maar eenvoudige zoekopdrachten kan een e-bookreader of tablet wel aan. En de grote meerwaarde voor mij: het heeft me al enkele boekenkasten aan ruimte gescheeld. En in een wereld van schaarste is dat ook wat.